Door spiegelglas gescheiden pronkt de lokvogel met zijn
veren en laat zich stokstijf bewonderen door massa’s die
voorbij vliegen. Tot een vogelvanger zijn tenen spitst, zijn
neus plet en onderwijl zijn aaibare, amberkleurige huid betast.
Op het hoogtepunt breekt een vogelroep zijn val. Een aasgier
grijpt zijn prooi en laat de lokvogel geplukt achter.
Nicolle Poort